fbpx

Saturday 19 September 2015

Modular

Talaboman

Start

23:00

Ticket prices

€ 15,-

Tickets

Modular is terug in BIRD met opnieuw een bijzondere allnighter, dit keer met het half Spaanse, half Zweedse super-dj-duo Talaboman! Zet je schrap voor een avond gevuld met zwoele, mediterrane deep house, disco met techno-invloeden en frisse Scandinavische beats.

Talaboman is de uit Barcelona afkomstige hitproducer John Talabot en Stockholmse undergroundheld Axel Boman. Afgelopen jaar verscheen de eerste officiële release van het duo, Sideral, die meteen enthousiast werd ontvangen. Ook wisten beide heren met hun sets boordevol warme house en dansbare elektronica de afgelopen tijd een indrukwekkende reputatie op te bouwen. Tijdens Modular neemt Talaboman een nacht lang plaats achter de draaitafels voor een extra lange dj-set!

 

Interview

In Gesprek Met: Modular

Begin dit jaar maakten de heren van het Rotterdamse MODULAR de overstap naar BIRD voor een nieuwe serie events onder de Hofbogen. Deze zaterdag vindt in BIRD en station Hofplein de eerste editie plaats van hun indoor festival MODULAR DAY+ NIGHT

View agenda

Have A Look At This

Thursday 17 October

BIRD x ADE 17-10-2024

BIRD x ADE

BIRD x ADE present: BIRD gaat naar Amsterdam voor ADE 2024! We gaan compleet los in Yellow House met een […]

Wednesday 30 October

The Nest Vol. 4

Welcome in The Nest vol. 4! In BIRDs sonische broeinest joinen upcoming talenten forces verdeeld over vier samenkomsten. Try-Out 30 oktober.

Thursday 31 October

Resavoir

Resavoir is een muziekproject geleid door Will Miller uit Chicago. Hun debuutalbum kwam uit in 2019 en kreeg veel lof van onder andere Pitchfork en VICE. Eind 2019 traden ze op bij het eerste Boiler Room Festival in Londen en namen daar een cover op van “Plight” bij Total Refreshment Centre. Dit nummer verscheen later op een compilatie van Blue Note Records. In de herfst van 2023 brengen ze hun tweede album uit, met een vernieuwde live-ensemble met nieuwe Chicago muzikanten zoals Eddie Burns, William Corduroy en Kenneth Leftridge Jr.